Begin voor het maken van sorbetijs met het maken van een siroop. Breng suiker met water aan de kook, en laat de siroop zo snel mogelijk afkoelen in een kom die in een bak met ijskoud water staat. Blijf roeren totdat het helemaal is afgekoeld. Meng dan vruchtenpuree of vruchtensap door de siroop en zet het mengsel in de vriezer. Je kunt er ook verse kruiden aan toevoegen. Denk aan een aardbeiensorbet met basilicum of een citroensorbet met munt. Roer het mengsel na ongeveer 30 minuten los met een vork, en herhaal dit elk halfuur om de vorming van ijskristallen te voorkomen. Gebruik de tweede keer een hand- of staafmixer en laat het mengsel ten slotte 1 uur bevriezen. Voor een snelle versie laat je het mengsel van vruchtenpuree en suiker slechts 2 uur bevriezen en klop je het daarna met een hand- of staafmixer los. Door het ijs vaker los te roeren en opnieuw te laten bevriezen, ontstaat een zachter ijs dan wanneer je het minder vaak doet. Maar ook ‘snel’ sorbetijs is ontzettend lekker! Zijn er toch grote kristallen ontstaan? Pureer het ijs dan kort met een staafmixer nadat je het iets hebt laten ontdooien.