Je kunt van alles doen om beter te slapen. Met stip op 1: vaste bedtijden aanhouden. Ga iedere dag op dezelfde tijd naar bed en sta elke dag even laat op. Ook in het weekend? Ja! Waarom helpt dat zo goed? Slaapexpert Merijn van de Laar legt het uit.
En wat nou als het in het weekend laat wordt?
Zorg op zaterdag en zondag voor hooguit anderhalf uur verschil in hoe laat je gaat slapen en opstaat. Ook als het een keer laat is geworden, is het verstandig om de volgende dag weer op hetzelfde tijdstip op te staan. Het is dan dus beter om kort te slapen dan om te schuiven met je bedtijden.
Waarom is je slaapritme zo belangrijk?
Rommelige bedtijden kunnen ervoor zorgen dat je minder goed slaapt. Je bedtijden hebben namelijk invloed op je biologische klok. Deze regelt wanneer je je slaperig en wakker voelt. Met die vaste bedtijden train je jezelf dus eigenlijk om goed in slaap te vallen als het bedtijd is en om fris wakker te worden als de wekker gaat. Maar, er is meer! Je biologische klok kan door allerlei redenen zélf van slag raken. Met vaste bedtijden blijft de klok lekker strak lopen. En dat helpt je niet alleen om goed te slapen, maar levert je veel meer winst op.
Lekkerder in je vel
Goed luisteren naar je biologische klok heeft namelijk ook invloed op je emoties, concentratie, humeur en geheugen. Als je goed in pas loopt met je eigen klok, voel je je blijer, meer gefocust en kan je dingen beter onthouden. Ook levert het winst op voor je afweersysteem en helpt het om op een gezond gewicht te komen of blijven. Hoeveel trek je hebt in eten, en wanneer je wil eten, wordt namelijk allemaal mede bepaald door die innerlijke klok.
Extra tips
Om goed te slapen – en goed voor je biologische klok te zorgen – zijn ook licht en donker heel belangrijk. Wel doen: trek ’s ochtends na het wakker worden meteen de gordijnen open. Zit overdag (of sta, of beter nog, beweeg) zoveel mogelijk in het daglicht. Liefst buiten. Dim de laatste uren voordat je gaat slapen alle felle lampen. En zorg dat het in je slaapkamer zo donker mogelijk is, met verduisteringsgordijnen of eventueel een slaapmasker. Als jij het verschil tussen dag (licht) en nacht (donker) zo groot mogelijk te maakt, kan je biologische klok z’n werk beter doen. En zo slaap jij beter.