400 gr kruimige aardappelen 2 eieren 100 gr bloem zout 100 gr boter 3 eetlepel gehakte verse salie 100 gr verse geraspte Parmezaanse kaas Aardappelen in de schil gaar stomen (houd je de smaak meer vast), iets af laten koelen en vervolgens pellen. Pureer de aardappelen en meng er het ei en wat zout door. Voeg dan de bloem toe en kneed er een stevig en glad deeg van. Je moet zelf aanvoelen wanneer het deeg goed is. De juiste hoeveelheid bloem is daarom wisselend. Verdeel het deeg in 4 gelijke porties en rol deze uit tot 4 duimdikke strengen. Dus per persoon een streng. Snijd de strengen in stukjes (plakjes) van ca 3 cm dik en bestuif ze met een beetje bloem. Breng met een vork een ribbelpatroon aan in de gnocchi. Je legt de tanden van de vork op de gnocchi en drukt een beetje aan, zodat de afdruk van de vorktanden in de gnocchi komt te staan. Kook de gnocchi per portie in een pan met kokend gezouten ruim water. Wanneer de gnocchi boven komen drijven zijn ze gaar. Met een schuimspaan uit het water scheppen en uit laten lekken. Verwarm en smelt intussen de boter in een pannetje (niet bruin laten worden) en roer er de gehakte salie door. Giet de slaie-boter over de gnocchi en bestrooi met een beetje Parmezaanse kaas.