De dag ervoor: Spliterwten in een zeef goed afspoelen (niet weken!). In (soep)pan doen met 2,5 liter koud water. Karbonades afspoelen en erbij doen. Opzetten en aan de kook brengen. Als het gaat koken, vormt zich een groenige schuimlaag. Deze er zoveel mogelijk afscheppen met een schuimspaan of theezeef. Bouillonblokje(s) toevoegen en op een laag pitje een uurtje laten pruttelen. Intussen kun je vast de worst en de groenten snijden. Na een uur de groenten erbij doen. Als de karbonades goed gaar zijn (vlees is bijna als draadjesvlees), kunnen deze er uit en kun je het vlees scheiden van de botten en het vet. Vlees in kleine stukjes “rafelen”. Als de groenten een halfuur meegeprutteld hebben, kun je de plakjes rookworst toevoegen. Deze nog zeker 20 minuten mee laten koken op een laag pitje (evt. een plaatje eronder). De groenten moeten nagenoeg opgenomen zijn in de soep (je ziet alleen nog de stukjes winterpeen en enigszins de blokjes knolselderij, maar die horen zacht te zijn). Even proeven voor de smaak en evt. nog wat gemalen peper en een (stukje van een) bouillonblokje erbij doen. De volgende dag al roerend opwarmen op een niet al te hoge pit. Als het te dik is, kun je er wat gekookt water aan toevoegen. De totale hoeveelheid soep is ca. 3 liter. Lekker met: • Roggebrood met katenspek • Pannenkoeken