350 gram penne 500 gram spinazie (liefst wilde) 75 gram pijnboompitten 1/2 citroen 1 knoflookteen scheutje olijfolie klontje boter Bechamelsaus 40 gram boter 40 gram bloem 500 ml melk 150 gram kaas ('t liefst oude) snufje nootmuskaat zout en peper uit de molen. Verwarm de oven voor op 180 graden. Kook de penne gaar in ruim water met zout (2 min. korter koken dan normaal). Giet af in een vergiet en spoel af met wat koud water. Maak een bechamelsaus volgens de aanwijzing onderstaand op deze pagina. Rasp de kaas, roer 3/4 door de gare saus. Was de spinazie, verwijder evt taaie dikke stelen en slinger goed droog in een centrifuge. Hak de knoflook fijn. Verhit de wok zonder olie. Bak hierin al omscheppend d epijnboompitten goudbruin. Haal ze eruit. Giet nu een scheut olijfolie in de wok en roerbak de spinzie tot hij geslonken is. Voeg halverwege de knoflook toe. Schep op het einde het sap van 1/2 citroen, zout en peper erdoor heen. Vet een ovenschaal in met boter. Verdeel een derde van de penne erover, dehelft van de spinazie, de helft van de pijnboompitten, een derde van de saus. Herhaal dit en eindig met penne en de rest van de saus. Bestrooi met de overgebleven geraspte kaas. Zet 30 min in de oven tot de bovenkant knapperig is. Bechamelsaus maken: Laat de boter smelten in een dikke pan. Deo de bloem erbij en klop met een garde tot een dik papje. Laat al kloppend op vrij laag vuur 2 minuten garen. Giet in scheuten de koele melk erbij , bllijf steeds kloppen tegen evt klontjes. Laat de saus zonder deksel op laag vuur in 15 min gaar worden onder af en toe roeren. Te dik? doe er een extra scheut melk blij. Breng op smaak met zout en peper en nootmuskaat.