Cipolline in Casseruola - Uitjes in kastanjehoning

Anders, Voorgerecht, 4 personen, Italiaans.

Laatst aangepast: 04-11-2010 | 2 keer bewaard

Ingrediënten

  • zie onder

Bereiden

500 gram cipolline uitjes of sjalotten 2 tenen knoflook 1 eetlepel kappers (uitgelekt) 1/2 rode ui 2 stengels bleekselderij een handvol peterselie (alleen het blad) 5 blaadjes basilicum 4 eetlepels olijfolie 1 eetlepel tomatenpuree 125 cl rode wijnazijn 2 eetlepels kastanjehoning 1 eetlepel suiker zout en peper naar smaak Sommige gerechten worden lekkerder naarmate ze vaker worden opgewarmd of een paar dagen staan: dit is er een van! Schil de uitjes en laat ze een half uur in een kom koud water staan. Breng een grote pan met zout aan de kook en blancheer de uitjes een paar minuten. Giet ze af en spoel met koud water. Goed laten uitlekken. Hak de knoflook, de rode ui, de selderij en de kruiden in grove stukken. Als je grote kappers gebruikt hak deze dan gelijk mee. Verhit de olie in een braadpan en voeg de gehakte groenten en kruiden toe als de olie heet is. Saute een minuut of 5 onder voortdurend roeren met een houten lepel. Voeg nu de schoongemaakte sjalotten of uitjes toe en bak ze een minuut of twee mee. Vermeng de tomatenpuree met de azijn en giet het daarna beetje bij beetje in de pan en laat het even doorkoken. Los de honing en de suiker op in een kopje warm water en giet dit onder voortdurend roeren in de pan. Voeg zout en peper naar smaak toe. Doe de deksel op de pan en laat het geheel lichtjes braden. Na een minuut of 15 nog wat water toevoegen en laten sudderen tot de uitjes gaar maar nog stevig zijn en de saus goed is ingedikt. Je kan de Cipolline als antipasto serveren, maar het is ook erg lekker als bijgerecht bij varkens- of lamsvlees.

Bronvermelding