Menu
'Sambal goreng telor', van Marjoleine, lekker met babi ketjap, sperziebonen en rijst
Ingrediënten
- 6 eieren .....
Bereiden
6 eieren
3 (rode) sjalotjes
3 teentjes knoflook
1 eetl ketoembar (korianderzaad)
½ eetl djinten (komijnzaad)
1 tl koenjit (geelwortelpoeder)
1-2 eetl sambal
1 stengel sereh (citroengras) of ½ tl serehpoeder
2 eetl plantaardige olie
¼ blok santen
2 djeroekpoeroetblaadjes
1 tl goela djawa*
1 eetl maisolie of andere plantaardige olie
-
Doe de eieren in kokend water en kook ze 7 minuten zodat ze bijna hard zijn. Laat ze afkoelen en pel ze.
-
Pel de sjalotjes en de knoflook en hak ze fijn.
Rooster de ketoembar en de djinten in een droge koekenpan tot ze gaan geuren. Doe over in een vijzel en stamp tot grof poeder.
-
Doe er de knoflook en de sjalot bij met de geelwortel en stamp opnieuw. Voeg een snufje zout toe en de sambal en wrijf het geheel tot een pasta.
-
Knip het bovenste deel van de serehstengel af en snijd de stengel sereh in de lengte open.
-
Verhit een wadjan of een braadpan met een eetlepel plantaardige olie en bak op middelhoog vuur de boemboe (de kruidenpasta) een minuut of vijf.
-
Roer er de santen door, de djeroekpoeroetblaadjes, de sereh en 1,5 dl water, zodat er een wat dikkere saus ontstaat - de santen smelt in de saus. Laat een minuut of vijf sudderen.
-
Kneus de eieren een beetje (een scheurtje erin is juist wel goed) en leg ze in de saus. Lepel die ook over de eieren heen. Laat nog 5 minuten sudderen.
-
* Goela djawa is Javaanse suiker, verkrijgbaar in donkerbruine plakken die ongelooflijk keihard kunnen worden en waarvan je vaak met een groot mes een stukje af moet hakken.
-
Deze eieren (wel zo ongeveer het allerheerlijkste Indonesische gerecht) zijn erg lekker met babi ketjap, sperziebonen en rijst en eventueel wat emping.