DEEG: Maak het deeg door de bloem, de 150 gr koude boter in blokjes, de 15 gram suiker, 1 eierdooier, koud water en een snufje zout te kneden. Laat het deeg een uur rusten in de koelkast en kneed het dan nog één keer snel en goed door. VULLING: Verwarm de oven op 200 graden. Rol het deeg dun uit en bekleed er de ingevette bakvorm mee. Verkruimel de beschuiten en strooi ze over de taartbodem. Roer de verse kaas met de 80 gram suiker, 4 eierdooiers en 100 gram zachte boter tot een gladde pasta. Breng op smaak met citroensap en schep de kaascrème op het deeg. Schik er de appelschijfjes op. Zet de taart 20 min onderin en vervolgens 30 min in het midden van de oven. Haal de taart uit de vorm en strooi meteen nog wat suiker en kaneel over de appeltjes zodat het kan smelten. Laat de taart afkoelen.