Rooster de pijnboompitten in een droge koekenpan goudbruin. Laat ze op een bord afkoelen. Prak de gorgonzola met een vork fijn. Smelt de boter. Halveer de velletjes filodeeg horizontaal. Leg een velletjes filodeeg met de lange kant naar je toe op het aanrecht. Bestrijk het deegvelletje met een beetje gesmolten boter. Schep 25 gram gorgonzola in een lange smalle baan (ca. 1 cm breedte) onderaan het deeg en houd daarbij 2 cm van de zijkanten vrij. Strooi ½ eetlepel pijnboompitten over de kaas. Vouw de zijkanten om over de vulling. Rol het deeg vrij strak op tot een lange sigaar. Leg de sigaar op een bakplaat en maak nog negen ¿sigaren¿. Bewaar ze afgedekt met een theedoek tot ze gebakken worden (niet langer dan een uur of 2). Hak de gewelde pruimen heel fijn. Breng de port met de olie, de fijngehakte pruimen en wat grofgemalen peper in een klein pannetje aan de kook en laat de helft van het vocht verdampen. Roer geregeld. Warm of koud serveren. Haal de lofbladeren los. Verwarm de oven voor op 200ºC. Bestrijk de gorgonzola-sigaren met een beetje gesmolten boter en bak ze in 5-7 minuten goudbruin. Verdeel ondertussen de lofbladeren over 5 (lange rechthoekige) borden. Druppel de saus erover. Strooi er wat pijnboompitjes en grofgemalen peper over. Leg op elk 2 gorgonzola-sigaren.