Begin met de hangop. Leg een schone natgemaakte theedoek in een kom en diet de yoghurt op de theedoek. Knoop de punten diagonaal aan elkaar vast, zodat er een soort knapzak ontstaat. Hang de yoghurt aan de kraan zodat de yoghurt boven de gootsteen kan uitlekken. Na een dag is bijna al het vocht uit de yoghurt gelopen en is deze dik en stevig geworden. Zeef de bloem. Vet de bakplaat in. Verwarm de oven op 220 C. Breng voor de soesjes 100 ml water met het zout en de boter aan de kook. Voeg alle bloem toe en roer totdat een samenhangende gladde deegbal is onstaan die van de wand van de pan loslaat. Neem de pan van de warmtebron en roer, als het beslag handwarm is, de losgeklopte eieren in gedeelten door de massa. Voeg een volgend gedeelte pas toe nadat en gelijkmatige massa is ontstaan. Blijf nog even kloppen tot het beslag galnst en in stukken van de garde valt. Vorm met 2 lepels op de bakplaat op enige afstand vna elkaar 20 bergjes vna het beslag. Zet het in het midden van de hete oven. Laat de soezen in 12 minuten snel rijzen en open de oven niet gedurende deze tijd. Temper de ovenwarmte tot ca. 200C en laat de soezen gaar en goudgeel worden (totale baktijd 25 a 30 minuten). De soezen zijn gaar als ze heel licht voelen. Laat ze afkoelen. Prak de banaan met de limoensap door de hangop. Doe het mengsel in een spuitzak en maak met een scherp mensje of de punt vna een schaar gaatjes in de soesjes. Spuit de hangop voorzichtig in elk soesje totdat het soesje weerstand geeft, want dan is het vol.