voor de bloesemsiroop: 200 g kristalsuiker, 2 dl water, 1 eetl citroensap, 1 eetl rozenwater of oranjebloesemwater. - voor de baklava: 150 g boter, 250 g filodeeg, 150 g amandelen fijngehakt, 150 g walnoten, 1 tl gemalen kaneel, 1 tl gemalen piment, 50 g kristalsuiker, 2 eetl rozenwater. - Breng het water met het citroensap en de suiker langzaam aan de kook, blijf goed roeren en maak er in 15 minuten een stroopje van. Roer rozenwater of oranjebloesem door de siroop en laat het geheel afkoelen. Roer amandelen, walnoten, kaneel, piment, kristalsuiker en rozenwater door elkaar. Smelt de boter. Vet een bakblik van circa 30 x 20 x 5 cm in. - Haal de vellen filodeeg uit de verpakking en dek ze af met een theedoek om te voorkomen dat ze uitdrogen. Bekleed het bakblik met een vel filodeeg en bestrijk het met wat boter. Leg hierop nog 9 vellen filodeeg en bestrijk ze allemaal met boter. Schep de notenvulling erop en bedek die met tien velletjes filodeeg, elk beboterd. Bestrijk het bovenste vel filodeeg extra dik met boter. Kerf met een scherp mes diagonale lijnen in het deeg tot op de notenvulling zodat er ruiten in het deeg ontstaan. - Bak het notengebak 20 tot 25 minuten in een op 200° voorverwarmde oven tot het goudbruin en knapperig is. Laat het gebak een beetje afkoelen en schenk er dan circa 1½ dl van de eerder gemaakte bloesemsiroop over. - Snijd het notengebak in ruitjes en serveer koud.