De aardappelen (in de schil) goed wassen en in koud water met zout in de pan leggen en aan de kook brengen. De aardappelen in de schil koken en als ze goed gaar zijn uit het water halen. Zo snel mogelijk (warm dus) schillen. Pureer met een fijne stamper. De puree op het werkblad leggen en kneden met de bloem en een snufje zout totdat het deeg glad en elastisch geworden is maar ook nog zacht gebleven is. Niet teveel bloem toevoegen anders worden de gnocchi te hard. Als je te weinig bloem toevoegt dan vallen ze in het water uit elkaar. Maak van het deeg rolletjes vingerdikte en snijdt daarvan stukjes van 2 cm. Maak met je vinger in elke gnocchi een klein kuiltje in het midden zodat ze op een krulletje gaan lijken. Een theedoek op het aanrecht leggen en licht bestrooien met bloem. Hierop de gnocchi leggen en ongeveer een half uur laten rusten. Kook de gnocchi in gezouten kokend water. Zodra ze komen boven drijven zijn ze gaar. Haal ze vlug met een schuimspaan uit het water en maak ze naar smaak aan met pesto, saus of gesmolten boter. Naar smaak parmezaanse kaas erover heen strooien.