- Bereid het deeg volgens de aanwijzingen op de verpakking. - Laat het deeg nadat het gekneed is, 15 minuten rusten. De resterende mix wordt gebruikt om het werkblad te bestuiven. - Bestrijk de vorm rijkelijk met de zachte roomboter (50 gr) en bestrooi met kristalsuiker. - Meng de bruine basterdsuiker met de kaneel. - Strooi een deel van de resterende mis over het werkblad. - Rol het deel voorzichtig uit tot een plak van ca. 30x60 cm. De lange kant dient voor je te liggen. Zorg dat het deeg niet aan het werkblad plakt, door de plak en het werkblad regematig te bestuiven met de resterende broodmix. - Bestrijk de deegplak met de zachte roomboter (75 gr). - Strooi de bruine basterdsuiker/kaneel over de plak, behalve over de onderste 2 cm. (plakrand) - Rol het deeg via de lange kant (60 cm) voorzichtig op; begin aan de bovenzijde. - Snijd de rol in twaalf gelijke delen. - Zet de stukjes deeg op hun snijkant in de bakvorm, zodat de windingen goed te zien zijn. - Laat de rolletjes afgedekt met huishoudfolie ca. 30 minuten rijzen. - Verwarm de oven voor. - Bak de kaneelbroodjes in ca. 30 minuten gaar en goudbruin. - Bestrijk de kaneelbroodejs driect na het bakken met een beetje zachte roomboter, zodat ze mooi gaan glimen. - Haal de kaneelbroodjes uit de vorm als ze nog warm zijn.