Deze verrukkelijke kabeljauw wordt niet vooraf gebakken, maar gegaard in de romige saus, waarin een vleugje mierikswortel (te vervangen door een beetje mosterd). De dille en de rivierkreeftjes worden achteraf toegevoegd Door de vis niet te bakken maar te garen in de saus wordt het gerecht ook niet te zwaar. Echt een vis om van te smullen. ------------------------------------------------------------------------------- INGREDIENTEN 2 PERSONEN Plm. 250 gram kabeljauw (ik neem hiervoor altijd kabeljauw-rug, die is dikker en smakelijker) witte peper, zout 1 eetlepel zonnebloemolie 1 klein sjalotje 1 klein glas droge witte wijn 150 ml slagroom 1 flinke theelepel geraspte mierikswortel (potje) (Je kunt dit vervangen door een theelepel mosterd) 2 flinke eetlepels gehakte dille (liefst verse natuurlijk, maar gedroogde kan natuurlijk ook) 100 gram rivierkreeftjes of kleine Hollandse garnalen 1 eetlepel roomboter Bereidingswijze: Pel en snipper het sjalotje. Verhit de olie in de koekenpan. Bak hierin het sjalotje heel even glazig. Voeg de witte wijn toe. Breng deze aan de kook. Laat inkoken tot er nog plm. 1 eetlepel over is. Doe de slagroom erbij. Breng aan de kook. Laaat paar minuten koken tot de room wat dikker wordt. Zet de warmtebron op een lagere stand. Maak de saus op smaak met witte peper, zout en de mierikswortel of mosterd. Kruid de vis met peper en zout. Leg de kabeljauw in de saus en laat deze op een lage warmtebron langzaam garen (plm. 10 - 12 minuten). Tussendoor even draaien. (De tijd is natuurlijk afhankelijk van de dikte van de vis). Doe de dille en de rivierkreeftjes of garnalen in de saus. Laat even kort mee verwarmen. Proef de saus of die voldoende gekruid is. Serveertips Heerlijk met een romige aardappelpuree en worteltjes