Zeef de bloem, bakpoeder, zout en koenjit in een kom. Werk met je vingers de boter erdoor, zodat het een kruimeldeeg wordt. Roer er 150 ml water door om een zacht deeg te maken. Een paar minuten goed doorkneden en in 8 porties verdelen. Rol hier balletjes van, bedek ze met een vochtige doek en laat 30 minuten staan. Verwarm voor de vulling de olie in een grote koekenpan en bak de ui, knoflook en Spaanse peper 3-4 min. tot de ui zacht en goudkleurig is. Voeg de aardappels toe en prak die grof met een vork. Voeg de erwtjes, komijn en zout naar smaak toe. Van het vuur af de koriander erdoor roeren. Verhit ong. 5 cm. diep olie in een wok of frituurpan. Rol intussen elk stukje deeg ui tot een rondje van 10 cm. Schep een achtste deel van de vulling in het midden van elk rondje. Bevochtig de randen met wat water en vouw het deeg dubbel, druk de randen goed aan en druk de samosas een beetje plat. Frituur ze in porties voor een paar minuten, af en toe omdraaien tot ze knapperig en goudbruin zijn. Laten uitlekken op keukenpapier en warm opeten!