Kook de kipfilets in ruim water met een scheutje olie en wat zout. Laat de filets daarna uitlekken en afkoelen, en maak ze vervolgens fijn (liefst de vezels met de hand uiteen plukken). Bereid de marinade-mix volgens de gebruiksaanwijzing met olie, ketjap en water. Voeg de gekookte kip toe aan de marinade (goed omroeren) en zet het mengsel minimaal een kwartier in de koelkast. Doe een scheut arachide-olie in een wok of wadjang, voeg daaraan de gehakte knoflook, gember en citroengras toe, en verhit het mengsel op een laag vuurtje (pas op voor spetteren). Voeg na anderhalf tot twee minuten de roerbakgroenten toe, en roerbak het mengsel gedurende enkele minuten op een hoog vuur. Blus de groenten af met een scheut rijstwijn of droge sherry. Bereid ondertussen een toereikende hoeveelheid saté-saus volgens de gebruiksaanwijzing (liever met melk dan met water). Voeg tenslotte de gemarineerde kip toe aan het groentemengsel, en roerbak het geheel nog enige minuten op een hoog vuur. Serveren met witte rijst, en naar smaak seroendeng over de schotel strooien.