Vet een springvorm van 26 cm (20cm) in en bekleed met bakpapier. Verwarm de oven voor op 175 graden. Splits de eieren. Klop 65 (40) gram boter, 60 (35) gram suiker 1 (1/2) zakje vanillesuiker en een snufje zout romig met de mixer. Klop de eierdooier(s) er een voor een doorheen. Meng 75 (40) gram bloem met het bakpoeder en roer het bloemmengsel afwisselend met de melk erdoorheen. Strijk het beslag in de springvorm. Klop de (het) eiwit(ten) met het citroensap (of witte wijnjazijn) stijf met de mixer en voeg daarbij geleidelijk 100 (50) gram suiker toe. Strijk het eiwitschuim losjes over het beslag en laat hierbij rondom ca. 1/2 cm van de rand vrij. Bak de taartboden 20-25 minuten in de oven en laat geheel afkoelen. Week de gelatine in koud water. Klop de slagroom stijf. Roer de kwark, 90 (55) gram suiker en 1 (1/2) zakje vanillesuiker door elkaar. Verwarm in een pannetje op laag vuur 3-5 eetl. van het kwarkmengsel en los hierin de uitgeknepen gelatine op. Meng dit door de overige kwark. Spatel de slagroom er portiegewijs doorheen. Vervang eventueel het bakpapier van de zijkant van de bakvorm door acetaatfolie. Verdeel het kwarkmengsel over de bodem en zet 10-15 minuten in de koelkast. Verdeel de helft van het fruit over de kwark (blijf een paar centimeter van de rand af) en druk lichtjes aan. Laat afgedekt nog minimaal 3 uur in de koelkast opstijven. Verdeel kort voor het serveren het overige fruit over de taart. Serveer met ietwat poedersuiker over het fruit.