250 g gare witte, zwarte of rode bonen, linzen of kikkererwten, of een blik van 400 g, uitgelekt 1 middelgrote ui, in vieren 40 g havermout (geen instant) 1 el chilipoeder of specerijenmengsel naar keuze (voor zelf maken zie blz. 810-819) zout en versgemalen peper 1 ei kookvocht van de peulvruchten, of een andere vloeistof (wijn, room, melk, water, ketchup enz.), naar behoefte extra vergine olijfolie of een neutrale olie, zoals druivenpit- of maiskiemolie, naar behoefte Pureer de bonen, uien, havermout, het chilipoeder, zout, de peper en het ei in de keukenmachine met de pulseerknop; het mag geen gladde puree worden. Voeg zo nodig een beetje vocht toe (vermoedelijk niet nodig) om een vochtig, maar beslist niet nat mengsel te krijgen. Laat het mengsel enkele minuten rusten. Vorm de burgers (of welke vorm je maar wilt) met natte handen en laat ze weer enkele minuten rusten. (Vorm de burgers eventueel een dag eerder. Dek ze goed af en zet ze in de koelkast. Haal ze tijdig uit de koelkast en laat ze voor gebruik op kamertemperatuur komen.) Schenk een dun laagje olie in een grote koekenpan met antiaanbaklaag of een gietijzeren koekenpan en zet de pan op middelhoog vuur. Leg de burgers er na 1 minuut in. Bak ze 5 minuten, tot ze aan één kant mooi bruin zijn; draai ze voorzichtig om en bak de andere kant bruin. Serveer de burgers op borden met een of meer begeleiders (zie Burgers serveren, blz. 659-660). Of serveer ze op een broodje met het gebruikelijke garnituur. Bewaar ze eventueel in de koelkast of vriezer voor later gebruik.