375 g witbroodmix (voor broodbakmachines) 1 theel. geelwortelpoeder (kurkuma of koenjit) 2 eetl. gestampte muisjes 2 eetl. sinaasappelrasp 50 ml vloeibare honing 150 ml lauwwarm water 75 g roomkwark krenten 1 klein ei, gesplitst Voorbereiding: Doe de ingrediënten in de bak van de broodbakmachine en laat de machine kneden en rijzen. Lees hiervoor de gebruiksaanwijzing van de machine. Of zeef de broodmix in een kom en meng kurkuma, gestampte muisjes en sinaasappelrasp erdoor. Duw een kuil in het midden. Meng honing, water en kwark en schep dit in de kuil in het meel. Gebruik de mixer met deeghaken en mix het tot een samenhangend deeg. Kneed het deeg 10-15 minuten. Dek de kom af met vershoudfolie en zet de kom op een warm en tochtvrij plekje. Laat het deeg tot het dubbele volume rijzen. Duw het deeg vervolgens plat. Bereiding: Neem het gerezen deeg uit de kom van de broodbakmachine of de deegkom. Vorm het tot een dikke staaf en snijd deze in gelijke stukken van 50-60 gram. Vorm ze tot bolle ‘peertjes’ met een wat puntige bovenkant. Leg ze op de bakplaat. Knip de puntige kant 3 cm in en buig de beide delen wat uit elkaar; dit zijn de hazenoren. Druk de krenten als neus en oogjes in de haasjes. Dek de broodjes af met een doek en laat ze nog 15 minuten rijzen. Warm intussen de oven voor op 230-240°C. Klop de eierdooier los met wat water en kwast de haasjes hiermee in (het eiwit wordt niet gebruikt). Schuif de bakplaat of platen in de oven en bak de haasjes in 15-18 minuten goudbruin en gaar. Ze voelen dan licht aan. Suggestie: mét en zónder broodbakmachine te bereiden