12 halve struikjes witlof Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius. Halveer de witlofstruikjes in de lengte. Werk met 2 grote koekenpannen. Leg in iedere pan de helft van de boter en de helft van de suiker. Verwarm op halfhoog vuur en leg de witlof in de pannen zodra de suiker begint te bubbelen. Bak de witlof in 2 à 3 minuten aan één kant goudbruin. Duw ze af en toe even plat. Bekleed een grote bakplaat met bakpapier en leg de witlofhelften erop met de gekarameliseerde kant boven. Bestrooi met wat zout en peper. Meng broodkruim, parmezaan, tijm, room, 1/4 tl zout en flink wat peper. Verdeel dit mengsel netjes over de witlof. Dek de struikjes af met een plak ham. Bak het gerecht 15 tot 20 minuten in de oven, tot de witlof gaar is. Druppel er wat olijfolie over en bestrooi desgewenst met peterselie. Meteen opdienen.