Macarons
Oui, oui, macarons! Luchtig, zoet en onweerstaanbaar. Deze deftige koekjes van eiwitschuim vereisen wat baktechniek, maar zijn de moeite dubbel en dwars waard.
Macarons maken
- Bekleed 2 bakplaten met bakpapier. Maak op elk vel bakpapier met een stift 20 cirkels van 4 cm doorsnee, door bijvoorbeeld de dop van een potje specerijen om te trekken. Laat een paar centimeter ertussen vrij. Keer het bakpapier om, zodat het beslag straks niet in aanraking komt met de inkt.
- Zeef het amandelmeel en de poedersuiker en meng met een spatel met de helft van het eiwit. Breng het water met de suiker in een steelpannetje op hoog vuur aan de kook. Zet het vuur laag en laat zachtjes koken.
- Klop de rest van het eiwit in de kom van de keukenmachine tot niet al te stijf schuim, eerst 2 min. op de lage stand en dan 2 min. op de hoge stand. Haal de suikerstroop van het vuur als hij 115 °C is (dit duurt ca. 5 min.) en giet al kloppend langzaam bij het eiwit. Blijf op de middelhoge stand kloppen tot het mengsel afgekoeld tot kamertemperatuur en heel stijf is. Spatel ⅓ van het eiwit door het amandelmengsel. Spatel als het mengsel glad is de rest van het eiwit erdoor.
- Plak het bakpapier op de hoeken vast met een heel klein beetje beslag, zodat het niet kan verschuiven. Doe het beslag in de spuitzak. Spuit net binnen de lijntjes van de getekende rondjes gelijkmatige hoopjes op het bakpapier. Houd het spuitmondje in het midden van het rondje beslag terwijl je spuit. Zet de bakplaat een keer met een tik op het aanrecht, zodat de luchtbelletjes verdwijnen. Laat 1 uur drogen; er moet een laagje op de macarons komen dat je met je vinger kunt aanraken, zonder dat deze blijft plakken.
- Verwarm de oven voor op 130 °C. Bak de macarons met 1 bakplaat tegelijk in ca. 20 min gaar. Open na 10 min. de ovendeur 5 seconden en doe weer dicht. Herhaal dit na 15 min. Haal de bakplaat uit de oven, trek de macarons met het bakpapier en al voorzichtig van de bakplaten af en laat in ca. 30 min. helemaal afkoelen op het aanrecht. Verdeel de jam met een lepeltje over de platte kant van de helft van de macarons. Druk de andere helft met de platte kant er tegenaan.
Wat zijn macarons?
Macarons komen uit Frankrijk en zijn luchtige koekjes op basis van eiwit en gemalen amandelen. Ze worden aan elkaar geplakt met een vulling van bijvoorbeeld jam, notenpasta of een chocoladeganache. Hartig kan ook: met bijvoorbeeld een vulling van opgeklopte geitenkaas en basilicum.
Hoe maak je macarons?
Voor het maken van macarons begin je met het tekenen van rondjes op bakpapier, waarop je later het ‘beslag’ spuit. Zeef en meng de gemalen amandelen (of bijvoorbeeld hazel- of pistachenoten) met poedersuiker en voeg eiwit toe om een beslag te vormen. Dit heet ‘broyage’. Klop nu een ander deel eiwit stijf en maak een suikersiroop door suiker en water te verhitten tot 118 °C. Dit meet je met behulp van een keukenthermometer. Schenk de suikersiroop al kloppend bij het eiwitschuim, totdat het eiwit is afgekoeld tot 50 °C – ook dat meet je met de keukenthermometer. Dit stijve eiwit meng je voorzichtig met het amandelbeslag en spuit je met een spuitzak in de voorgetekende rondjes. Laat onafgedekt ongeveer 45 minuten staan, zodat het beslag een dun ‘huidje’ krijgt. Bak de koekjes ca. 20 minuten in een oven op 150 °C. Doe na 10 minuten de oven 5 seconden open en herhaal dit na 5 minuten. Laat de koekjes afkoelen op een rooster. Maak nu de vulling. Bestrijk de helft van de koekjes met de vulling en duw de andere helft van de koekjes er voorzichtig tegenaan.
Macarons: hoe bewaren en invriezen?
Bewaar macarons altijd in de koelkast. Na het maken (of ontdooien) kun je ze hier tot een week bewaren . Eet ze het liefst op kamertemperatuur. Je kunt macarons ook invriezen: in een luchtdicht afgesloten bak zijn ze in de vriezer 3 maanden houdbaar. Het duurt buiten de koelkast 45 tot 60 minuten voordat ze ontdooid zijn.
Meer Franse zoetigheden
Bakken met de kids