Griezelkoekjes

Het is pas (herfst)vakantie als je samen koekjes staat te bakken. Jij het deeg, je kinderen de uitsteekvormpjes.

Deeg
Smelt 175 gram boter. Meng de boter en 200 gram suiker in een kom en klop er 2 eieren door. Kneed er 1 eetlepel gemalen kaneel, 400 gram bloem en 1 theelepel zout door. Verpak het deeg in vershoudfolie en laat 10 minuten in de koelkast rusten.
Verwarm de oven voor op 200 graden.

Koekvormpjes
Bestuif het werkblad en een deegroller met wat bloem en rol het deeg uit tot een halve centimeter dik. Steek er met koekvormpjes figuurtjes uit. Leg de koekjes op een met bakpapier beklede bakplaat en bak de koekjes in de oven in ongeveer 10 minuten goudbruin en gaar. Laat 10 minuten afkoelen.

Glazuur
Roer 2 eetlepels water door 200 gram poedersuiker, zodat er een dikke stroperige suikerpasta ontstaat. Bestrijk de koekjes met behulp van 2 theelepels met een dikke laag glazuur. Laat in ongeveer 20 min hard worden. Roer 1 theelepel water met 50 gram poedersuiker, zodat een dikke stroperige suikerpasta ontstaat. Voeg 1 eetlepel cacaopoeder toe en roer door de rest van het glazuur.

Vul een cornetje (spuitzakje) met het chocoladeglazuur en teken spinnenwebdraden en spinnen op de sterren en een gezichtje op de andere figuurtjes. Zo maak je griezelkoekjes.