Eerste babyhapjes: alles wat je wilt weten

Vanaf 4 maanden is je baby klaar voor de eerste hapjes. Het draait om ontdekken, proeven en spelen met nieuwe smaken en structuren. Met de tips van diëtist Steffi Haazen maken jullie er samen een feestje van!

• Oefenhapjes (4-6 maanden): begin met zachte smaken, zoals broccoli, wortel, doperwtjes, bloemkool, boontjes, courgette, pompoen, peer, perzik of meloen. Kies je voor gepureerd eten, maak het dan fijn met een blender of staafmixer. Is het gepureerde hapje te droog? Voeg een paar druppels water of olijfolie toe. Geef de hapjes met een zachte kunststof babylepel. Je kunt ook kiezen voor de Rapley-methode, waarbij je kindje zelf stukjes pakt en eet.

• Vanaf 6 maanden: je baby heeft nu echt voedingsstoffen nodig uit vaste voeding. Bouw borstvoeding of flesvoeding nog niet meteen af, maar voeg er oefenhapjes aan toe. Hieronder lees je meer over hoeveel en hoe vaak. Vanaf 6 maanden kun je ook water aanbieden in een beker.

• Stap voor stap: wil je starten met het geven van hapjes aan je baby? Volg dan deze tips:
  - Begin met 1 soort gekookte of gestoomde groente of fruit per keer.
  - Ga voor zachte smaken (zie oefenhapjes) en voeg bij groentehapjes wat kookvocht toe om het zachter te maken.
  - Geef deze smaak bijvoorbeeld 3 dagen achter elkaar, zodat je baby eraan kan wennen.
  - Pureer de hapjes in een blender of met een staafmixer.
  - Als het goed gaat, kun je de structuur van de hapjes steeds grover maken.

Na ongeveer 6 maanden:

• Breid de hapjes uit met andere groente- en fruitsoorten.

• Zorg dat je 1 soort per keer geeft, zodat je kindje goed aan de losse smaken kan wennen.

• Gaat dit goed? Combineer smaken of voeg fijngemalen vlees, vis of brood (gedoopt in borst- of flesvoeding) toe. Vanaf wanneer je dit kunt doen verschilt per kleintje.

Belangrijk om te weten:

• De darmen van je baby zijn nog niet gewend aan het verwerken van voedsel en moeten zich aanpassen.

• Dit kan soms tijdelijk voor kramp zorgen.

Er zijn producten die je beter nog niet geeft aan je baby. Hierin kunnen ziekmakende bacteriën zitten. Jonge kinderen zijn daar extra gevoelig voor. Het gaat om:

• Rauw vlees, rauwe vis en rauw ei;
• Leverworst of leverpaté, omdat daar te veel vitamine A in zit;
• Kaas en honing. Honing kan botulisme veroorzaken bij baby's jonger dan 1 jaar.

• Je baby kijkt geïnteresseerd naar jouw eten;

• Je baby maakt smakgeluiden als iemand eet;

• Je baby kan rechtop zitten en goed slikken.

• Oefenhapjes (4-6 maanden): geef 1-2 keer per dag 3-4 babylepels. Neem, zeker in het begin, rustig de tijd. Begin met 1 keer per dag en als dit goed gaat kun je er nog een hapje per dag bij doen.

• Vanaf 6 maanden: bouw het eten langzaam op naar 2-3 kleine maaltijden per dag van ongeveer 50 gram. Denk aan een portie fruit of groente, een boterham met beleg of een klein beetje van de avondmaaltijd die de rest van je gezin eet. Kook een kleine hoeveelheid in een aparte pan zonder zout. Of voeg zout pas toe als het hapje voor de baby apart gezet is.

• Met de pot mee: kook groente voor het hele gezin en gebruik een klein deel voor je baby.

• Kies geschikte recepten: hieronder vind je 7 recepten waar 1 of meerdere groenten met een zachte smaak inzitten die heel goed zijn als oefenhapje. Geef een beetje aan je baby, of kook of stoom wat apart zonder suiker of zout.

• Gebruik diepvriesgroente: zo heb je altijd iets in huis voor een hapje. Ontdooien is niet nodig, je kunt de bevroren groente koken of stomen. Dat zijn pas slimme eettips!

• Kies een vast eetmoment: bijvoorbeeld een fruithapje in de loop van de ochtend of namiddag, en een groentehapje rond lunchtijd of vlak voor het avondeten.

• Wees geduldig: vind je baby iets niet lekker? Baby’s zijn soms na 10 tot 15 keer proeven pas gewend aan een smaak. Geef dus niet te snel op!

• Zorg voor rust aan tafel: geef je baby de tijd om te ontdekken en te proeven, zonder afleiding.

• Ga voor gemak: maak een grotere hoeveelheid hapjes en gebruik een ijsblokjesvorm om in te vriezen. Sluit deze goed af met een deksel of een zak en noteer de datum met bijvoorbeeld een datumsticker. Zo kun je op dagen dat je minder tijd hebt snel een afgepaste hoeveelheid tevoorschijn toveren. Kies je voor voeding uit potjes? Neem dan in het begin potjes met 1 groentesoort.