Chabakia (honingkoekjes)

• Verhit een koekenpan zonder olie of boter en rooster het sesamzaad goudbruin. Zeef de bloem boven een kom en meng met het amandelmeel, 4/5 van de sesamzaad, de bakpoeder en kaneel.

• Los de gist op in het lauwwarm water, verkruimel de saffraan een beetje en voeg het toe aan het water. Smelt de boter in een steelpan op laag vuur en roer het saffraan-gistmengsel, het ei, de azijn, het oranjebloesemwater en het zout door de gesmolten boter.

• Kneed het botermengsel met de vingertoppen door het bloem-amandelmengsel. Voeg eventueel enkele eetlepels water toe tot je een soepel deeg hebt, laat 10 min. rusten.

• Rol het deeg op een met bloem bestoven werkblad uit tot een dunne lap van 50 x 30 cm en 1½ mm dik. Snijd hier 14 rechthoeken van 10 x 8 cm uit. Snijd in het midden van elke rechthoek 4 sneetjes in de lengte, zonder de rand door te snijden. Houd het tweede en vierde reepje met je vinger omhoog en trek een van de hoeken van het deeg er doorheen, zodat je een soort bloem vormt.

• Verhit de olie in een (frituur)pan tot 180 ℃. Breng ondertussen een laag water aan de kook in een ruime pan. Giet de honing in een hittebestendige kom. Verwarm de honing (au bain-marie) boven de pan kokend water. Laat de honing niet koken.

• Frituur de koekjes (chabakia) in kleine porties in ca. 3 min. goudbruin, draai halverwege om met een schuimspaan zodat ze egaal bruin worden. Schep uit de frituurolie en laat uitlekken op keukenpapier. Laat de chabakia met een andere schuimspaan in de warme honing glijden en dompel ze 1 min. onder, zodat de honing goed wordt opgenomen. Haal de koekjes uit de honing en leg ze op een schaal. Bestrooi met de rest van het sesamzaad.

bewaartip: