Beef Wellington
Feestgerecht met allure: beef Wellington. Een mooi stuk vlees in een knapperig jasje. Het aansnijden is alsof je een kerstcadeau openmaakt!
Beef Wellington
- Verwarm de oven voor op 200 °C. Dep de ossenhaas droog met keukenpapier en bestrooi met peper en zout. Verhit de helft van de boter in een koekenpan en bak het vlees rondom bruin. Neem uit de pan en laat afkoelen op een bord.
- Snijd ondertussen de champignons zeer fijn. Haal de blaadjes van de peterselie en snijd fijn. Snijd de bieslook fijn. Verhit de rest van de boter in een koekenpan en bak de champignons op middelhoog vuur tot het vocht is verdampt. Meng de peterselie en bieslook erdoor en breng op smaak met peper en eventueel zout. Laat afgedekt op een bord afkoelen tot kamertemperatuur.
- Leg de plakken ham in 3 rijen naast elkaar op een stuk vershoudfolie van 30 x 40 cm. Laat de plakken elkaar iets overlappen. Verdeel de champignons erover en leg de ossenhaas erop. Rol de ham met behulp van de vershoudfolie strak om de ossenhaas.
- Rol het bladerdeeg met het bakpapier uit op een bakplaat. Neem de ossenhaas uit de folie en leg in het midden van het deeg. Vouw het deeg dicht tot een pakket en laat de randen 1 cm overlappen. Snijd het overtollige deeg eraf en druk de randen goed aan. Draai de beef Wellington voorzichtig om, zodat de naad van het deeg niet meer zichtbaar is. Steek of snijd figuurtjes uit de rest van het deeg en druk op de beef Wellington.
- Splits het ei, het eiwit wordt niet gebruikt. Klop de eidooier los en bestrijk met de bakkwast de bovenkant van de beef Wellington met het ei. Steek de kernthermometer in het midden van het vlees en bak de beef Wellington ca. 35 min. in het midden van de oven of tot de thermometer 50 °C aangeeft. Neem de beef Wellington uit de oven en laat 5 min. rusten onder aluminiumfolie. Snijd aan tafel in dikke plakken. Gebruik hiervoor een scherp mes, zodat de plakken in tact blijven.
Beef Wellington: wat is dat?
Beef Wellington is ossenhaas in een korst van bladerdeeg. Een goede Beef Wellington bestaat uit: vanbinnen perfect gegaard vlees en vanbuiten krokant deeg. Voor extra smaak voeg je een ‘duxelle’ toe rondom het vlees: een laagje fijngehakte paddenstoelen. Ten slotte omwikkel je het vlees met gedroogde ham, voordat het bladerdeeg volgt. Het vet uit de ham helpt om de ossenhaas sappig te houden. Waar de naam ‘Beef Wellington’ precies vandaan komt, blijft een raadsel. Er wordt weleens gespeculeerd dat het gerecht uit Wellington komt, de hoofdstad van Nieuw-Zeeland, maar daar is geen culinair historisch bewijs voor.
Wat eet je bij beef Wellington?
Bijna alle soorten aardappelen zijn lekker als bijgerecht bij Beef Wellington, net als klassieke groentegerechten. Maak bijvoorbeeld deze geroosterde aardappels of een luchtige aardappelpuree. Bewaar de wat zwaardere bijgerechten, zoals aardappelgratin, voor een ander moment, want Beef Wellington is van zichzelf al vrij zwaar. Nog een aanrader: spruitjes. Zelfs de grootste spruitjeshaters gaan overstag met deze spruitjes-pastinaaksalade. Rode kool doet het ook goed bij Beef Wellington, net als deze pastinaakfrites.
Welk vlees gebruik je voor beef Wellington?
Oorspronkelijk wordt Beef Wellington gemaakt met ossenhaas, dat bekendstaat als het meest delicate en malse deel van het rund. Je kunt ook ander vlees gebruiken, gehakt of varkenshaas bijvoorbeeld. Of ga voor een vette vis, zoals zalm. Een echte ‘Wellington’ is het dan niet meer, eerder iets ‘en croûte’, maar dat is zeker ook de moeite waard. Liever vegetarisch? Probeer deze biet Wellington.
Lekker bij beef Wellington