Hertenbiefstuk
Hertenbiefstuk is perfect om indruk mee te maken op je tafelgezelschap. Het is een mager stuk vlees dat je vooral niet te lang moet bakken, maar even goed moet laten rusten. Zo weet je zeker dat het hertenbiefstuk botermals én mooi rosé op tafel komt.
Hertenbiefstuk maken: zo doe je dat
- Laat de hertenbiefstuk en boter op kamertemperatuur komen. Snijd eventuele wortels van de knolselderij en schil hem. Snijd de knol in gelijke stukken van 3 cm en kook in ruim, gezouten water in ca. 20 min. gaar Giet af in een vergiet maar vang een kopje kookvocht op. Laat 3 min. droogstomen. Verwarm de melk met ⅓ van de boter in een steelpan. Meng de knolselderij met de melk en gesmolten boter en stamp tot een grove puree. Breng op smaak met peper en eventueel zout.
- Dep ondertussen de hertenbiefstukken droog met keukenpapier. Pak elke biefstuk rondom in met 2 ½ plakje spek. Verhit de olie met de ½ van de rest van de boter in een pan. Leg de biefstuk met de naad onderop in de pan. Bak ca. 4 min. per kant tot het spek knapperig is en gaar. Haal uit de pan en laat losjes afgedekt met aluminiumfolie 10 min. rusten. Klop de rest van de boter met de misopasta in een kom tot een egale massa. Snijd de peterselie grof.
- Snijd de hertenbiefstuk op de draad in plakken (trancheren). Verdeel de puree over de borden. Verdeel hier de plakken hertenbiefstuk over. Gebruik 2 ovale lepels en een glas heet water om quenelles van de misoboter te vormen. Leg de quenelles op de biefstukken. Bestrooi met de peterselie en serveer.