Belgische wafels

Voor brunch of lunch, als gebakje of als snack: Belgische wafels kunnen eigenlijk áltijd. Traditioneel, met slagroom, poedersuiker of warme kersen. Maar ook zie je ze steeds vaker met hartige topping. Denk aan de Amerikaanse ‘chicken and waffles’.

Beslag maken voor Belgische wafels
Verwarm 250 ml melk en 250 ml water in een steelpan tot lauwwarm. Doe 350 g bloem in een kom en meng 14 g droge gist en 2 zakjes vanillesuiker erdoor. Schenk de melk er al roerend met een garde bij en meng tot een glad beslag. Smelt 100 g boter in de steelpan. Zet het vuur uit als de boter half is gesmolten. De boter smelt dan verder zonder te heet te worden. Splits 2 eieren en voeg de dooiers en ½ tl zout toe aan het beslag. Voeg ook de gesmolten boter toe en meng met een garde. Doe het eiwit in een vetvrije kom en klop met een mixer met schone gardes stijf. Spatel door het beslag. Dek de kom af met een schone theedoek en laat op een warme, tochtvrije plek 45 min. rijzen.

Wafels bakken
Zet het wafelijzer aan. Vet, als het apparaat op temperatuur is, de wafelplaten met een bakkwast in met een beetje olie. Schep met een soeplepel zoveel beslag op de onderste wafelplaten dat de uitstekende vierkantjes net onder staan. Sluit het apparaat en bak de 2 wafels in 4 min. goudbruin en gaar.

Zoete en hartige toppings
Neem de wafels uit het apparaat en bak zo nog tien wafels. Beleg de wafels met je favoriete topping. Toppings: slagroom en poedersuiker zijn traditioneel en warme kersen met slagroom zie je ook vaak. Maar je kunt ook experimenteren met hartige toppings, of zelfs met een mix van zoet en hartig. Bijv. uitgebakken spek, wat boter, blauwe bessen, straaltje ahornsiroop

Meer wafelrecepten? Bekijk ze op onze wafelpagina.