Baklava

Baklava: knapperig, zacht, zoet en notig in een hap. En zelfgemaakt het lekkerst natuurlijk. Hoe dan? Zo dus!

Ingrediënten voor baklava
225 g diepvries filodeeg
200 g ongebrande walnoten
2 tl gemalen kaneel
1/2 tl gemalen kruidnagel
80 g ongezouten roomboter
1 sinaasappel (schoongeboend)
250 g kristalsuiker
200 ml vloeibare honing

keukenmachine
ovenschaal (25 x 15 cm, ingevet)
bakkwastje 

Walnoten met de specerijen malen
Laat het filodeeg volgens de aanwijzingen op de verpakking ontdooien. Doe de walnoten, kaneel en kruidnagel in de keukenmachine en maal grof tot stukjes van maximaal ca 3 mm. 

Filodeeg vullen
Smelt de boter in een steelpan. Snijd 1/3 van alle vellen filodeeg af, in de breedte. Leg een groot vel deeg in de vorm en bestrijk met behulp van een bakkwastje de bovenkant met gesmolten boter. Herhaal dit nog 2 keer. Je kunt in plaats van een groot vel ook 2 kleine velletjes deeg gebruiken. Verdeel een kwart van het notenmengsel erover. Dek af met 3 beboterde lagen deeg. Schep weer een kwart van het notenmengsel erop. Herhaal dit proces nog 2 keer en eindig met 3 velletjes beboterde deeg. Dek af met vershoudfolie en zet 30 min. in de koelkast.

Baklava bakken
Verwarm de oven voor op 150 °C. Verwijder de folie en snijd met een scherp mes in 16 stukjes. Bak de baklava 60 min. in het midden van de oven. Rasp ondertussen de oranje schil van de sinaasappel.

Suikerwater koken
Breng de suiker met het sinaasappelrasp en 250 ml water aan de kook. Laat op middelhoog vuur ca. 10 min. inkoken. Roer de honing erdoor. Neem de baklava uit de oven en schenk de honingsiroop erover. Laat de baklava minstens 4 uur staan om de siroop goed in te laten trekken en af te laten koelen.