Kersentaart

Kersentaart

Simpel met bladerdeeg of in combinatie met chocolade: kersentaart blijft een absolute favoriet. Koop dus vooral een extra portie als de kersen in het seizoen zijn, en trek je bakschort maar vast aan.

Schwarzwalder kersentaart maken: zo doe je dat

Schwarzwalder kersentaart maken: zo doe je dat

  1. Verwarm de oven voor op 180 °C. Bekleed de bodem van de springvorm met bakpapier en vet de rand in met boter.
  2. Maal het amandelschaafsel in de keukenmachine of met een staafmixer tot poeder. Hak de chocolade grof. Breng een pan water aan de kook. Hang er een iets kleinere kom of pan in, die het water niet mag raken. Laat 200 g chocolade en de boter in de kom of pan smelten (au bain-marie). Neem van het vuur en laat iets afkoelen.
  3. Splits ondertussen de eieren. Doe de eiwitten in een vetvrije kom. Klop de eidooiers met de basterdsuiker dik en luchtig. Klop er 3 el kirsch door. Spatel er het chocolade-botermengsel en vervolgens de amandelpoeder en het bakmeel door.
  4. Klop in een vetvrije kom de eiwitten stijf. Spatel het eiwit zo luchtig mogelijk door het chocoladebeslag. Schep het beslag in de vorm en bak de taart in het midden van de oven in ca. 40 min. gaar. Controleer na 30 min. op gaarheid met een satéprikker. Komt deze er schoon uit, dan is de cake gaar. Laat 10 min. afkoelen op een rooster en verwijder de springvorm. Laat in 1 uur helemaal afkoelen.
  5. Laat de kersen uitlekken in een zeef en vang de siroop op in een steelpan. Breng de siroop aan de kook en laat op middelhoog vuur inkoken tot er ¼ over is. Dit duurt ca. 10 min.
  6. Smelt ondertussen de rest van de chocolade au bain-marie. Meng daarna de rest van de kirsch door de siroop en zet apart. Schenk de gesmolten chocolade op een schone bakplaat en spreid met een spatel uit tot een laag van ca. 1 mm dik. Laat stollen. Duw de chocolade met een metalen spatel met recht uiteinde van je af tot chocoladekrullen.
  7. Klop de slagroom stijf met de vanillesuiker en suiker. Smelt het chocoladeglazuur volgens de aanwijzingen op de verpakking.
  8. Snijd de afgekoelde taart overlangs in 3 gelijke lagen. Haal voorzichtig van elkaar met een brede spatel. Leg de eerste laag op een schaal en besprenkel met 3 el kirschsiroop. Houd 8 kersen (per taart) apart voor garnering.
  9. Verdeel 1/3 van de slagroom en 1/2 van de kersen over de taartlaag. Maak de tweede laag op dezelfde manier. Bedek met de derde laag, besprenkel met 3 el kirschsiroop en bestrijk met het chocoladeglazuur. Laat het glazuur stollen en spuit de rest van de slagroom met de spuitzak in toefjes op de taart. Bestrooi met de chocoladekrullen en garneer met de achtergehouden kersen.