Steak tartaar

Steak tartaar met een Amsterdams augurkje en een mooi kuiltje voor de eidooier, geserveerd met een stuk gegrild meergranenbrood. Deze Franse klassieker kun je prima zelf maken.

Brood van de grill
Halveer 2 ambachtelijke licht meergranen baguettes in de lengte. Bestrijk met 1 eetlepel olijfolie. Verhit een grillpan zonder olie of boter en gril de stukken brood 3 minuten op de snijkant. Laat ze daarna afkoelen. Snijd ondertussen de blaadjes van 3 takjes platte peterselie fijn.

Maak de tartaar
Snipper 3 sjalotten en snijd 12 Amsterdamse miniaugurken fijn. Snijd 400 gram biefstuk in dunne plakken van een halve centimeter breed. Snijd de plakken vervolgens in repen van een halve centimeter en snijd de repen fijn. Doe in een kom. Meng de peterselie, tweederde van de sjalot, de augurkjes, 2 eetlepels kappertjes, 2 theelepels woestersauce en een halve theelepel zout erdoor. Breng op smaak met versgemalen peper.

Een kuiltje voor de dooier
Doe een kwart van de fijngesneden biefstuk in een portioneerring met een doorsnede van 7 centimeter op een bord en druk het vlees aan met een lepel. Verwijder de ring en maak zo nog 3 porties op 3 borden. Maak met een lepeltje een kuiltje in het midden van de porties vlees. Splits een ei en leg voorzichtig een eidooier in een kuiltje. Herhaal met de rest van de eieren. De eiwitten gebruik je niet.

Serveer met tabasco
Verdeel het brood in stukken over de borden. Serveer 2 eetlepels dijonmosterd, extra woestersauce, 2 theelepels tabasco en de rest van de sjalot erbij om het gerecht zelf op smaak te brengen. Zo maak je steak tartaar.