Brooddeeg maken

Instructievideo

- 04:10 min.

Wat is er lekkerder dan de geur van zelfgebakken brood? In deze instructievideo laten we je zien hoe je zelf brooddeeg kunt maken.

Hoe maak je brooddeeg?
Brooddeeg maak je van bloem, gist en water en zout. We gebruiken gedroogde gist. Doe de gist in een kom, voeg wat lauwwarm water toe. De temperatuur van het water is cruciaal voor een goed eindresultaat. Als het water te warm is, dan doodt het de gistcellen. Is het te koud dan remt het het rijsproces af. Het water moet lichaamstemperatuur zijn, zo’n 38 graden. Je kunt een keukenthermometer gebruiken of je steekt je pink in het water en dan voelt het precies lekker. Roer door en laat 5 minuten staan. Je kunt ook wat suiker, honing of een andere zoetstof toevoegen om de gist een extra boost te geven.

Soepel deeg
Meng de bloem met het zout. Maak een kuiltje in het midden en schenk daar de rest van het lauwwarme water, het gistmengsel en eventueel andere vloeibare ingrediënten zoals melk en eieren in. Kneed vanuit het midden naar buiten tot een soepel deeg en tot al het vocht is opgenomen. Als het deeg te droog is, voeg je wat meer lauwwarm water toe en meer bloem als het deeg nog te plakkerig is.

Kneden
Kneed het deeg verder op een licht met bloem bestoven werkblad. Probeer niet te veel bloem te gebruiken, want dan wordt het brood taai. Je kunt het nu met de hand kneden, dat duurt zo’n 8 minuten. Duw het van je af, vouw het dubbel en duw het weer weg. Ga je voor gemak, gebruik dan een keukenmachine met een deeghaak. Kneed maximaal 4 minuten op de laagste stand. Pas op dat je deeg met een keukenmachine niet overkneed, want dan rijst het niet goed en wordt het brood minder luchtig.

Rusten en rijzen
Vorm een bal van het deeg en leg die in een heel licht met olie ingevette kom. Dek af met een vochtige, schone theedoek of vershoudfolie en zet op een warme, tochtvrije plek. Laat het deeg rijzen tot het in volume is verdubbeld. De tijdsduur is afhankelijk van de temperatuur. Bij kamertemperatuur duurt het ongeveer 2 uur. In de koelkast kun je het een nacht laten rijzen.

Uitrollen
Sla de lucht uit het gerezen deeg. Kneed het nog even kort door en rol het deeg uit tot een lap. Als je wilt kun je nu een vulling van bijvoorbeeld noten, zaden, pitten of krenten en rozijnen toevoegen. Die kun je ook eerder toe voegen, maar het kneed minder makkelijk en ze hoeven niet mee te rijzen. Strooi de vulling erover, vouw de lap dicht en kneed het erdoor.

Brood(jes) maken
Maak het deeg nu in de gewenste vorm. Rol het gelijkmatig uit en vouw de zijkanten naar binnen en rol het weer op. Maak je meerdere broden of broodjes, verdeel het deeg in gelijke porties en weeg ze af. Zorg dat ze ongeveer een gelijk gewicht hebben, dan zijn ze allemaal tegelijk gaar zijn. Probeer een mooie ronde bolling in het brood of de broodjes te krijgen door ze met beide handen aan de onderkant te draaien en op te tillen. Dit zorgt ook voor een goede tweede rijs. Leg het deeg met de naad naar beneden op de bakplaat of in de bakvorm. Dek het brood af met licht ingevet vershoudfolie, anders blijft het aan het deeg plakken. Laat het deeg nogmaals op een warme, tochtvrije plek rijzen, zo’n 1 tot 2 uur.

Het deeg is nu klaar om de oven in te gaan. Snijd of knip het brood in, bestrijk het met melk of losgeklopt ei. Je kunt er nu eventueel zaden of vlokken overheen strooien, maar dat hoeft niet. Zo maak je brooddeeg.