Moestuin beginnen

Wat is er mooier dan een groentetuin beginnen en zelf groenten, fruit en kruiden te telen en te oogsten? In je eigen achtertuin en ook op het balkon is er vaak meer mogelijk dan je denkt. Zorg voor een goede plek, de juiste grond en vergeet niet om op tijd water te geven en je zult zien dat het niet moeilijk is!

• Kijk goed in je tuin of op je balkon waar de meeste zon komt (minimaal 6-8 uur per dag zon). Veel groenten en fruit zijn echte zonaanbidders!

• Zorg voor genoeg bescherming tegen de wind. Uit het noorden en noord-oosten komt koudere lucht dus kies bij voorkeur voor een plek aan de west- of zuidkant van je tuin of balkon.

• Let er op dat de grond vlak is en het water goed weg kan lopen.

• Heb je een minder zonnige tuin? Kies dan voor groenten en fruit die het goed doen in de halfschaduw (3-6 uur per dag zon) zoals sla, spinazie, bieten, wortelen, appels, kersen en bessen.

Als de vorstperiode voorbij is, is het een goed moment om met je moestuin te starten. De meeste zaden kun je direct in de volle grond zaaien. Wil je eerder beginnen, kies dan voor een kweekkas of plaats de zaden eerst op je vensterbank in een zaaibakje of potje en verplaats ze rond april naar buiten.

Maak het jezelf in het begin niet te moeilijk en start met makkelijke groenten zoals sla, courgette, wortel, radijs, paprika, spinazie en snijbieten. Heb je eenmaal de smaak te pakken, dan kun je altijd nog overgaan op groenten die meer aandacht nodig hebben.

Deel je tuin het liefst in, in vakken (minimaal 4). Zorg dat je aparte vakken hebt voor bladgroenten, vruchtgroenten, peulgewassen, knolsoorten of wortels en knollen. Elk soort heeft zijn eigen voedingsstoffen nodig en met de vakverdeling raakt de grond niet uitgeput. Daarnaast is wisselteelt ook erg belangrijk. Wisselteelt houdt in dat je elk jaar de planten een plaatsje opschuift. Zo hebben koolsoorten veel voedingsstoffen nodig en wortelen en aardappelen het minst en door ze van vak te wisselen houd je de grond gezond.

Per groente en fruit verschilt het zaaimoment. Kijk op de verpakking welke maand geadviseerd wordt en houd daarbij ook rekening met hoe koud het is voor de tijd van het jaar. Bij het plaatsen in de grond kun je als richtlijn aanhouden dat je het zaadje zo diep zaait als dat het verticaal groot is. Heb je een zaadje dat 2 cm lang is, zaai het dan 2 cm onder de grond.

• Houd goed bij wanneer je iets hebt gezaaid of geoogst.
• Zorg voor genoeg ruimte zit tussen de zaadjes.
• Geef niet te veel water!
• Spreid je oogst zoveel mogelijk over het hele jaar.
• Bewaar je extra oogst door te wecken, te fermenteren of in te vriezen.
• Houd het overzichtelijk en begin klein.